zondag 20 maart 2016

Internationaal handelsrecht: Incoterms® I

The International Chamber of Commerce, ICC, heeft in 2010 de meest recente versie van Incoterms® (gedeponeerd merk) uitgegeven. Er bestaan elf verschillende bedingen; afhankelijk van het gekozen vervoermiddel is er variatie mogelijk.

De Incoterms® worden ingedeeld in de categorieën E-F-C-D. De volgorde die hier wordt aangehouden, wordt bepaald door de mate van verantwoordelijkheid en de kosten van de verkoper voor het transport, het risico en de verzekering van de goederen die dienen te worden vervoerd (niet: verscheept, beeldspraak leidt in dit geval tot verwarring!).

Voor iedere wijze van vervoer gelden de volgende bedingen:
EXW: Ex Works
FCA:  Free Carrier
CPT:  Carriage Paid To
CIP:   Carriage and Insurance Paid To
DAT:  Delivered At Terminal
DAP: Delivered At Place
DDP: Delivered Duty Paid

Worden de goederen over zee of binnenwateren vervoerd, dan gelden de volgende bedingen:
FAS: Free Alongside Ship
FOB: Free On Board
CFR: Cost and Freight
CIF:  Cost, Insurance and Freight

Verplichtingen verkoper-koper bij alle vervoermiddelen     ✈ 🚢 🚚
Categorie E: EXW. We houden bovenstaande volgorde aan. De bedingen uit de categorie-E zijn, wat betreft verantwoordelijkheden en kosten, het minst belastend voor de verkoper. Enige variatie op EXW, zoals Ex Warehouse, maakt uiteindelijk weinig verschil. De verkoper levert namelijk door de goederen ter beschikking te stellen aan de koper; de koper is verantwoordelijk voor het ophalen van goederen vanaf de door de verkoper aangegeven plaats, het laden, het doorlopen van de exportprocedures, het transport (voor-, zee- en natransport), vaste kosten en uitklaring. Het risico gaat al vóór het inladen over op de koper. De verkoper behoort de koper zo nodig te assisteren en hij dient de goederen op degelijke wijze te verpakken. Mogelijk wordt de verkoper belast met de export en uitklaring, ondanks de hoofdregel dat voor deze taken de koper verantwoordelijk is.

Categorie F: FCA. FCA Warehouse Seller komt sterk overeen met EXW. Zo dient de koper alle vormen van transport te regelen, wanneer levering op het terrein van de verkoper plaatsvindt. Het verschil is dat bij FCA de kosten en het risico van inlading, voor rekening van de verkoper komen. Is een andere plaats overeengekomen (de hub is zeer gebruikelijk), dan regelt de verkoper het voortransport. Het risico gaat over bij inlading in het eerste vervoermiddel. De verkoper verzorgt de exportvergunning, facturering en verpakking. Let op: sommige organisaties, zoals MKB Nederland, vermelden dat de verkoper "alle risico's draagt tot het moment van levering". Onder levering wordt hier verstaan het afleveren aan de vervoerder- die meestal door de koper is aangewezen.

Categorie C: CPT. De verkoper levert de goederen op een overeengekomen plaats. Is bijvoorbeeld CPT Buyer's Facility bedongen, dan regelt de verkoper voor-, zee- en natransport. De vaste kosten (incl. export) zijn voor rekening van de verkoper; de koper draagt incidentele kosten. Het risico gaat over op het moment van afgifte aan de (eerste) vervoerder. De eventuele schade die over het gehele traject kan ontstaan is voor risico van de koper.

CIP. Nog altijd relatief weinig verantwoordelijkheden heeft de verkoper in het geval van Carriage and Insurance Paid To. Evenals bij CPT, sluit de verkoper de vervoersovereenkomst en draagt hij de kosten voor transport; het verschil met alle eerder genoemde bedingen, is dat er nu ook een verzekering wordt afgesloten door de verkoper. Aangezien de verplichte verzekering in de praktijk slechts minimale dekking biedt, wordt het de koper aanbevolen om zelf een verzekering te nemen.

Categorie D: DAT. De goederen worden ter beschikking gesteld aan de koper, op een overeengekomen plaats, de terminal. Levering vindt plaats wanneer de goederen zijn gelost. De kosten van en risico's voor het vervoer tot het lossen in de terminal, zijn voor de verkoper. Volgens het ICC draagt de verkoper het risico van en de verantwoordelijkheid voor het lossen. Sommige auteurs lijken dit te weerspreken. Houd voor alle zekerheid de informatie van de ICC aan. Uit de literatuur blijkt dat de incidentele kosten door de verkoper worden gedragen. De koper is verantwoordelijk voor inklaring, lokale belastingen en invoerrechten. Ook betaalt de koper de kosten van het lossen.

DAP. Levering vindt reeds vóór het lossen plaats en het risico gaat tevens voor het lossen op de koper over. De verkoper draagt de risico's om de goederen naar de overeengekomen bestemming ("Delivered At Place") te vervoeren. De koper verzorgt de inklaring en voldoet de lokale belastingen en invoerrechten.

DDP. Uitsluitend bij DDP rust naast de uitklaring, ook de inklaring van de goederen op de verkoper. De verkoper wordt extra belast met importheffingen. DDP Buyer's Facility is mogelijk. Op de overeengekomen plaats van bestemming wordt geleverd, wanneer de goederen ter beschikking van de koper worden gesteld. De koper draagt de kosten en risico's van het lossen. Dit beding drukt het zwaarst op de verkoper. Zo wijst een organisatie uit de UK erop dat verkopers te maken kunnen krijgen met de complexiteit van bureaucratische procedures die doorlopen moeten worden voor de inklaring van producten. Beter wordt het inklaren aan de koper overgelaten, daar de koper meestal beter bekend is met lokale belastingprocedures.